Het was een select groepje (20 man!) NBV-leden dat donderdag 26 maart 2009 de barre weersomstandigheden had getrotseerd om naar het Legermuseum in Delft af te reizen.
Het museum is gehuisvest in een pand dat al sinds de 17e eeuw voor militaire doeleinden werd gebruikt, op terrein dat eigendom is van het Ministerie van Defensie. Een wat ongewone omgeving voor de liefhebber van het oude boek: het ruikt er naar ijzer, rubber en smeerolie. We moesten ons een weg banen langs tanks, camouflagenetten en grimmig kijkende soldaten (poppen) – in de verte hoorden wij het geluid van mitrailleurvuur – om in het museumcafé te komen, waar we met koffie en thee verwelkomd werden door Louis Sloos, conservator boeken en handschriften van het Legermuseum.
Cultureel erfgoed van Defensie
Vervolgens kregen wij in het Auditorium een verslag van het project dat het Legermuseum o.l.v. Louis Sloos in 2000 in samenwerking met acht andere Defensie-instellingen startte: het inventariseren en beschrijven van alle gedrukte boeken van vóór 1801 in het cultureel erfgoed van Defensie.
Deze boeken bevinden zich o.m. in de collecties van de KMA in Breda, Bronbeek in Arnhem, het Nederlands Cavaleriemuseum in Amersfoort, het Nederlands Instituut voor Militaire Historie in den Haag, het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder en het Legermuseum.
Tienduizend boeken
In totaal zijn er – zo vertelde Louis Sloos – ongeveer 10.000 boeken uit de periode 1500-1800 door zijn handen gegaan. Boeken die handelen over krijgskunde en krijgsgeschiedenis, vestingbouw, geografie en topografie, economie, recht, maar ook over taal-en letterkunde, exacte vakken, kunst en dat allemaal in zo’n twaalf verschillende talen.
Vaak waren deze boeken afkomstig uit collecties die door adellijke personen bijeengebracht waren (de adel speelde een belangrijke rol in het krijgswezen), hetgeen de diversiteit van onderwerpen verklaart.
Er bevinden zich onder deze boeken vele unica, ook Nederlandse drukken die niet in de STCN te vinden zijn.
Bijzondere oude drukken
Sloos beschreef de sensatie die hij voelde, toen hij in Amersfoort 400 bijzondere oude drukken aantrof, waar nog niemand tevoren enig aandacht aan had besteed en die hij zelfs nog van een plaatsingsnummer moest voorzien, voordat hij ze kon beschrijven.
Het oudste boek uit 1529 bevindt zich in de collectie van de KMA, het oudste boek van het Legermuseum in Delft – een Vegetius, De re miltari – dateert uit 1531. Heel bijzonder zijn ook de boeken die toebehoord hebben aan belangrijke historische personen zoals Frederik Hendrik, Constantijn Huygens en koning Lodewijk Napoleon.
Vol (terechte) trots toonde Louis Sloos ons aan het eind van zijn betoog het resultaat van acht jaar inventariseren en beschrijven: de kloeke vierdelige catalogus “Warfare and the age of printing” met beschrijvingen van de hoogste kwaliteit.
Tentoonstelling ‘Het boek als wapen’
Een keur uit deze schat aan boeken werd ons vervolgens getoond op de tentoonstelling ‘Het boek als wapen’, die bij gelegenheid van het verschijnen van de catalogus was ingericht. Men had gekozen voor een tentoonstelling samengesteld uit boeken met ingekleurde platen: deze keus wordt verduidelijkt met een voorbeeld waarbij men van hetzelfde boek dezelfde bladzijde van een ongekleurde exemplaar en van het ingekleurde exemplaar naast elkaar laat zien.
In het midden van de tentoonstellingsruimte bevindt zich een vitrine van topstukken, die iedere week een andere inhoud heeft: bv Girard Thibault. L’académie de l’espée. Leiden 1626, of een geheel ingekleurd exemplaar van Philippe Étienne Lafosse. Cours d’hippiatrique, ou traité complet de la médecine des chevaux. Parijs 1772.
Atlassen
Er zijn ook veel atlassen (Blaeu) en kaarten te zien, reisatlassen van speciaal formaat zodat ze pasten in de binnenzak van de jas van de officier, een heel bijzondere (deze editie was zelfs aan Peter van der Krogt niet bekend) zeventiende-eeuwse stedenatlas van Europa van Frederik de Wit , boeken over zeden en gewoonten van allerlei volken en landen, maar ook de Apologie van Willem van Oranje.
Kortom, te veel om op te noemen. Ik zou u daarom aanraden om zelf een kijkje te gaan nemen. Het kan nog tot 5 april.
Na het bekijken van de tentoonstelling brachten we nog een bezoek naar het nieuw ingerichte Collectie Documentatie Centrum, waar men de gelegenheid heeft om bijzondere boeken (wel tevoren een afspraak maken!) in te zien. Een borrel besloot deze leerzame middag.
G.P. Swart