Een kort verslag van het congres ‘Illustrating the Early Printed Book’ door Mart van Duijn.
Het vroeg gedrukte boek leeft
Op 12 april vond in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag het congres ‘Illustrating the Early Printed Book’ plaats, georganiseerd door de KB, NBV en Hes & Graaf Publishers. Een congres dat, luidens de ondertitel, werd georganiseerd ter gelegenheid van het verschijnen van Ina Koks proefschrift Woodcuts in Incunabula Printed in the Low Countries, dat nu in een Engelstalige editie is uitgegeven door Hes & De Graaf.
Na een kort openingswoord door Bas Savenije, directeur van de KB, werd het congres begonnen met het aanbieden van de eerste exemplaren van de publicatie aan de Koninklijke Bibliotheek, Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, en uiteraard aan Ina Kok zelf. Dit vormde een prachtige achtergrond waartegen zich het verdere inhoudelijke programma van de dag kon ontvouwen.
Onder de kundige leiding van sessievoorzitters Jos Biemans en Ad Leerintveld kwamen vervolgens negen sprekers aan het woord die allen vanuit een ander perspectief het vroeg gedrukte boek toelichtten. Zo sprak Paul Needham over Nederlandse blokboeken en hybride boeken die verschillende technieken bevatten. Daarna volgde een sessie rondom de digitalisering van het vroeg gedrukte boek. Bettina Wagner sprak over de zoekmogelijkheden in de database van de Bayerische Staatsbibliothek München op het gebied van houtsneden. John Goldfinch gaf een lezing over het ontstaan en de voortgang van de ISTC. Marieke van Delft gaf de sessie een Haags tintje door een geschiedenis te geven van het onderzoek naar incunabelen in de KB en een blik op de toekomst.
Vervolgens kwam Lotte Hellinga aan het woord. Zij keerde terug naar het boek en besprak de connectie tussen miniaturen en houtsneden in de jaren 1480. Ook Andrea van Leerdam richtte zich op houtsneden, in een uiteenzetting waarom bepaalde houtsneden in de Duitse uitgave van de Reis van Sint Brandaan hergebruikt zijn. Als laatste sprekers kwamen Cristina Dondi, Clementina Piazza en Alexandra Franklin aan het woord. Zij presenteerden een stukje software waarmee op eenvoudige wijze het hergebruik van illustraties onderzocht kan worden, dat ook voor de incunabulistiek zeer van belang is.
Na de lezingen werden de deelnemers van het congres door Maartje de Haan, directeur van Museum Meermanno, uitgenodigd om de tentoonstelling in de voorzaal van Meermanno te gaan bekijken die speciaal voor deze gelegenheid door Jos van Heel en Marieke van Delft is samengesteld. Dat het goed deed om na zoveel lezingen ook daadwerkelijk boeken te zien bleek uit de grote interesse die er voor de tentoonstelling was. In korte tijd stroomde de voorzaal vol.
De dag werd afgesloten met een drankje in het souterrain van het museum. Dat het vroeg gedrukte boek, en in het bijzonder dat van vóór 1501, nog steeds ruimschoots in de belangstelling staat is wel gebleken uit het aantal deelnemers, meer dan 160, die net als de sprekers uit verschillende delen van de wereld naar Den Haag gekomen waren.