De Loeb Classical Library, een boekenreeks waarin een groot deel van oud-Griekse en Latijnse teksten is uitgegeven in tweetalige edities, bestaat al ruim 100 jaar. In die honderd jaar is het uiterlijk van de boeken gedeeltelijk gemoderniseerd en zijn ook vele teksten en vertalingen herzien of volledig vernieuwd. Dat is prettig voor de moderne lezer, die behoefte heeft aan een actuele editie. Maar wat nu als je als onderzoeker geïnteresseerd bent in de historische context waarin de boeken oorspronkelijk verschenen zijn? In hoeverre zijn de moderne uitgaven dan nog bruikbaar?
De Loeb Classical Library was aan het begin van de twintigste eeuw een innovatieve onderneming, waarbij de betrokkenen zich als doel hadden gesteld om zoveel mogelijk Griekse en Latijnse teksten in een tweetalig, handzaam formaat toegankelijk te maken voor een breed publiek. Het publiceren van dergelijke edities, met de tekst in de oorspronkelijke taal op de linkerpagina en met een Engelse vertaling op de rechterpagina, was geen standaardpraktijk. Ook voor de initiatiefnemers was het een uitdaging om deze vernieuwende praktijk te integreren, of te ‘verankeren’, in bestaande uitgeverijpraktijken én om de editie aantrekkelijk te maken voor zowel een publiek van classici als mensen met een algemene interesse in ‘klassieke’ literatuur. Dat dit tweetalige formaat een succes was, blijkt uit het feit dat meerdere andere uitgevers een voorbeeld hebben genomen aan deze serie, zoals de Budé serie met vertalingen in het Frans, of de Library of Arabic Literature, waarin Arabische bronteksten worden uitgegeven.
Als je moderne Loeb Classical Library boeken, of ‘Loebs’, in een winkel ziet, zien ze er allemaal hetzelfde uit: ze meten ca. 11 bij 16,5 cm en zijn herkenbaar aan een felgroene omslag voor boeken met Griekse teksten en een felrode omslag voor boeken met een Latijnse brontekst. Dit uniforme uiterlijk doet vermoeden dat de inhoud van de boeken ook vergelijkbaar is. Dit is slechts schijn. Van de ruim 540 boeken die nu in de serie zijn opgenomen – er verschijnen nog steeds nieuwe edities! – kwam de meerderheid van de titels al voor de Tweede Wereldoorlog uit. In die periode hadden de omslagen nog een pastelkleur in plaats van de felle rode en groene kleuren van nu. Hoewel alle boeken in een modern jasje gestoken zijn, zijn vele teksten en vertalingen nog niet geactualiseerd. Het kan dan ook geen kwaad je soms bewust te zijn van de historiciteit van vele Loebs: in de afgelopen honderd jaar zijn ideeën over klassieke teksten in het algemeen en over het uitgeven ervan namelijk aanzienlijk veranderd.
Zo verandert de moderne taal, waardoor een Engelse vertaling van honderd jaar geleden nu niet altijd meer prettig leest. Bovendien waren er een groot deel van de twintigste eeuw wettelijke beperkingen om obscene of ‘verderfelijke’ teksten te publiceren, waardoor in enkele edities (gedeelten) van teksten niet vertaald werden naar het Engels, maar werden herdrukt in het Latijn! Daarnaast moeten ook Griekse en Latijnse tekstedities zo nu en dan geactualiseerd worden, aangezien wetenschappers nog steeds ontdekkingen doen op het gebied van oud-Griekse en Latijnse taal en literatuur. Zodra je de moderne Loeb edities dan ook bewust naast edities legt die al in de jaren tien, twintig, of zelfs in de jaren zestig verschenen, dan valt het ineens op hoe redactionele en uitgeverijpraktijken de tijdsgeest reflecteren.
Als gebruiker van de Loebs is het erg prettig dat de uitgever in de afgelopen decennia een enorme inhaalslag heeft gemaakt om de teksten en vertalingen actueel te maken. Maar als je, zoals ik, geïnteresseerd bent in de historische context waarin de boeken aan het begin van de twintigste eeuw tot stand kwamen, dan zijn de moderne edities niet altijd bruikbaar – en dat terwijl ze allemaal online te raadplegen zijn. Juist vanwege het reorganiseren en actualiseren van de edities komt de inhoud van de moderne boeken lang niet meer overheen met ‘hetzelfde’ boek dat al eens eerder uitgebracht was. De moderne edities vertellen helaas nog maar weinig over de historiciteit van de boeken, aangezien historische informatie zoals het jaar van publicatie en de professionele affiliatie van een vertaler niet langer zichtbaar zijn.
Als gevolg hiervan is het onderdeel van het onderzoeksproces om op zoek te gaan naar oude Loeb-edities. Omdat de boeken gebruiksvoorwerpen zijn, zijn er nog maar weinig bibliotheken die de oude Loebs in hun bezit hebben. Wanneer een boek kapot gaat, of wanneer een boek herzien wordt, vervangen veel bibliotheken hun uitgaven. Ik weet inmiddels dat in ieder geval in Oxford en in München enkele universiteitsbibliotheken nog relatief veel oude edities hebben staan. Een andere optie om de boeken op te sporen is via antiquariaten, die zo nu en dan nog oude edities in handen krijgen.
De meeste boekwinkels met een afdeling tweedehands boeken bezitten, als ze die al hebben, Loeb-edities uit de jaren zestig, zeventig en tachtig – waarschijnlijk van eigenaars die ze toentertijd gebruikten voor hun studie. Het helpt dat er steeds meer scans van oude edities op het internet verschijnen, omdat er geen auteursrechten meer op rusten. Maar er gaat niets boven het materiële boek! Vooral in steden waar de Loeb-serie van het begin af aan populair was, zoals Boston, New York en Londen, ben ik inmiddels al meerdere pre-1940 edities op het spoor gekomen. Maar ook bij antiquariaten in Nederland, zoals bij Brinkman in Amsterdam, Burgersdijk & Niermans in Leiden, bij Scrinium, via boekwinkeltjes.nl, slaag ik sporadisch in het vinden van vooroorlogse editie.
De Loeb Classical Library is slechts één reeks die al geruime tijd in ons midden is, maar waarbij het steeds moeilijker is de ‘oorspronkelijke’ context van verschijnen te achterhalen. Deze reeks illustreert echter duidelijk dat een uniform, gemoderniseerd uiterlijk nog geen garantie geeft voor een geactualiseerde inhoud van een boek. Aangezien ideeën over ‘klassieke’ teksten en vertalingen in de loop van de tijd veranderen, kan een oog voor de historiciteit van een teksteditie geen kwaad. Maar andersom geldt ook dat een moderne uitgave van een tekst niet altijd voldoet om meer te weten te komen over de historische context waarin deze tot stand is gekomen. Teruggrijpen naar hetzelfde boek in een andere uitvoering is daarvoor niet eens zo’n slecht idee.
P.S. Indien u oude Loeb-edities bezit, of indien u het leuk zou vinden om eens over vroegtwintigste-eeuwse publicaties te praten, dan kom ik graag met u in contact. U kunt mij bereiken via mirte.liebregts@ru.nl.
Over Mirte Liebregts
Mirte Liebregts is promovenda aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar ze een proefschrift schrijft over de ontstaansgeschiedenis van de Loeb Classical Library. Ze is geïnteresseerd in taal en cultuur, wetenschapsgeschiedenis, en in de receptie van de klassieke oudheid.
Literatuursuggesties:
G.H.R. Horsley (2011) ‘One Hundred Years of the Loeb Classical Library’, Buried History 47, 33-58 (online available here)
Hermann Mayer and Brigitte Salmen (ed. 2018) James Loeb. Sammler und Mäzen in München, Murnau und Weltweit. James Loeb. Collector and Patron in Munich, Murnau and Beyond. Hirmer Verlag.
Jeffrey Henderson and Richard Thomas (ed. 2020) The Loeb Classical Library and its Progeny. Proceedings of the First Biennial James Loeb Conference, Munich and Murnau, 18-20 May 2017. Harvard University Press.