Boek- en kunsthistorica en promovenda Daphne Wouts vertelt over haar veelbelovende onderzoek naar de Librije van Enkhuizen.
Na mijn studies boekwetenschap en kunstgeschiedenis in Leiden, heb ik enkele jaren praktijkervaring opgedaan in de wereld van het oude boek. Van 2014 tot 2017 werkte ik als bibliograaf voor de Short-Title Catalogue Netherlands aan verschillende boekencollecties, waaronder die van het Rijksmuseum in Amsterdam en de Fondation Custodia in Parijs – de eerste collectie in Frankrijk die deel uitmaakt van deze online bibliografie. In 2016 begon ik als catalograaf van de oude en bijzondere gedrukte werken bij de Universitaire Bibliotheken Leiden. Ik koos voor een werkweek van drie dagen om me op de andere dagen aan een proefschrift te kunnen wijden.
Deze plannen kregen vorm toen conservator en collega Anton van der Lem me in 2017 in contact bracht met de Stichting Librije Westerkerk Enkhuizen (opgericht in 2006). De stichting was op zoek naar een onderzoeker die de boekenschat van de Enkhuizer Librije – 392 titels in 580 banden – wilde doorspitten om deze middels een nieuwe wetenschappelijke catalogus opnieuw in de belangstelling te brengen. In samenspraak met de UB Leiden werd overeengekomen dat de boekencollectie van de Librije in fasen van Enkhuizen naar Leiden zou worden gebracht, zodat ik de titels daar op basis van autopsie kan beschrijven. Daar ben ik momenteel druk mee bezig.
In tegenstelling tot eerder verschenen, summiere catalogi van de Librije, is in de nieuwe catalogus, naast de bibliografische beschrijving van de titels, ook aandacht voor provenance, gebruikssporen, boekbanden en maculatuur. Juist deze exemplaargebonden gegevens betekenen een enorme verrijking voor de Nederlandse en internationale boekwetenschap én voor de lokale cultuurgeschiedenis van Enkhuizen.
Talloze boeken bevatten een ex libris, gepersonaliseerde boekband of aantekeningen die verraden dat ze ten minste één eerdere eigenaar gehad hebben voordat ze in de stadsbibliotheek werden opgenomen. Achter talloze boeken schuilt een interessant verhaal of opmerkelijk persoon, zoals VOC vice-admiraal Simon Jacobsz Domkens (1613-1652), onder wiens medegezag in 1644 een desastreuze strafexpeditie naar Cambodja had plaatsgevonden. In november 1634 schonk hij de Librije de Nieuwe wereldt, ofte beschrijvinghe van West-Indien van Johannes De Laet. Stukje bij beetje, boek voor boek, wordt duidelijk waar de boeken vandaan komen, hoe en waarom ze in de Librije terechtkwamen en op welke manieren ze daar vervolgens beheerd en gebruikt zijn. Ook in de archieven zijn interessante stukken over de Librije te vinden. Recent ontdekte ik in het Westfries Archief twee zeventiende-eeuwse kastcatalogi die hebben aangetoond hoe de boekencollectie en het interieur van de bibliotheek in de loop van de zeventiende eeuw werden uitgebreid. Een artikel over deze bijzondere vondst verschijnt in 2020 in het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis.