Ik voelde me een soort middeleeuwse Sherlock Holmes, toen ik dit Münsters missaal op een kussen legde en héél voorzichtig begon door te bladeren. De stempeltjes op de band, de gepende aantekeningen op de eerste bladzijden, de gedrukte bijbelteksten in het gotische lettertype, de kleine beschadigingen die heel precies weer gehecht waren: alles vertelde een verhaal, en ik mocht het ontdekken en opschrijven.
Begin februari begon ik met mijn stage bij de Bijzondere Collecties van de RUG. Voor mijn stage draag ik bij aan het project Frisia, waarbij een selectie van boeken van voor 1614 uit de Bijzondere Collecties gedigitaliseerd wordt. Bovendien wordt er een online interactieve kaart gemaakt, waarop mensen precies kunnen zien met welke plekken in Frisia die boeken een concrete historische band hebben. Door middel van podcasts, filmpjes, foto’s en verhalende teksten kunnen geïnteresseerden zich dan verdiepen in de verhalen van Frisia. De nadruk ligt daarbij, zoals de naam van het project al zegt, op het Frisia-gebied: Noord-Nederland en Ostfriesland. Een aantal maanden lang ben ik bezig om deze literaire locaties in kaart te brengen. Het boek waar ik mij nu op richt is een missaal uit 1489, gelabeld in de Bijzondere Collecties als INC 137. In dit missaal staan alle teksten bedoeld voor gebruik tijdens de mis, en een kalender met bijvoorbeeld heiligendagen, zodat de priester precies wist wat er wanneer te vieren of te gedenken viel.
Uiteraard was ik enorm voorzichtig met het missaal. Al eeuwenlang heeft dit boek overleefd: het heeft de ontdekking van Amerika meegemaakt, het begin van het Koninkrijk der Nederlanden. Stel dat ik het na al die eeuwen ineens in 2022 per ongeluk kapot scheur, dacht ik. Dan ga ik per direct emigreren. Al snel merkte ik echter dat mijn angst onterecht was: het perkament waar dit boek op gedrukt is, blijft zelfs na meer dan vijfhonderd jaar enorm stevig. Zo stevig zelfs, dat de pagina’s uiteen blijven staan als een waaier wanneer je probeert het boek te sluiten. Dankzij dat sterke perkament is dit boek enorm goed bewaard gebleven en valt er over zijn geschiedenis veel te vertellen. Zet maar je detective-pet op en steek een pijp op, want we gaan van start.
Het misboek is gedrukt in 1489 in Keulen en zal niet goedkoop zijn geweest: perkament was namelijk een stuk duurder dan papier. Wat ook gelijk opvalt, is dat het missaal van flink formaat is. Het is dus zeker niet voor privégebruik geweest, maar gebruikt door priesters tijdens de katholieke mis. Dit misboek is specifiek gedrukt voor het bisdom Münster en heeft dan ook de juiste misteksten en kalender voor dat gebied. In die tijd omvatte dat een stuk van Duitsland en ook een groot gedeelte van de huidige provincie Groningen. Maar waar werd dit missaal precies gebruikt? In welke kerk galmde de stem van een priester wanneer hij voorlas uit dit boek?
Begin 19e eeuw stond de Groningse archivaris R.K. Driessen voor dit raadsel. Toen hij het boek onderzocht, viel het hem op dat voorin het boek genoteerd staat dat het misboek op een Maria-altaar gebruikt werd. Hij bedacht toen dat het misschien thuishoorde in de Groningse Akerk, die immers gewijd was aan Maria. Later is echter geconstateerd dat deze theorie niet klopte. Hoewel veel van de provincie Groningen bij het bisdom Münster hoorde, hoorde de stad Groningen en dus de Akerk bij het bisdom van Utrecht; die kerk had dus een ander missaal gebruikt. Kijken we naar de aantekeningen die gemaakt zijn in de kalender van het boek, dan komen we verder. Daar lezen we bijvoorbeeld dat ene Lucas Clant in Leermens overleed in 1567. Ook de sterfdag van de pastoor van Leermens is opgenomen in het missaal. Dit wijst ons, de middeleeuwse detectives, naar de Donatuskerk van Leermens. Die is in ieder geval tussen 1558 en 1590 het thuis geweest van dit boek. Leermens behoorde inderdaad tot het bisdom Münster én in de kerk stond een altaar gewijd aan Maria, waar het boek gelegen moet hebben. Dat het boek daar volop gebruikt is, is goed zichtbaar: het perkament is zacht en glanzend geworden van de vele keren dat bladzijden zijn omgeslagen.
En dan komt het echte detectivewerk. Een aantal jaren daarna is het missaal namelijk getuige geweest van een misdrijf! Jawel, in de bladzijden van dit misboek zit een crime scene verborgen. Je hebt hem zelfs al gezien: het is de aantekening over de sterfdag van Lucas Clant. Hoe zit dat?
In 1590 overleed een juffrouw1 Clant, zo werd genoteerd in de kalender van het missaal, die een man had genaamd Willem Ubbena. Hieruit vloeide een interessante situatie voort waar we het fijne nog niet helemaal van weten, maar de huidige theorie, zoals onder andere genoteerd in de catalogus van de Hel en Hemel tentoonstelling uit 2001, is als volgt. Na het overlijden van zijn vrouw zat Willem met een probleem: hij erfde namelijk via haar de schulden van haar vader, Lucas Clant2. In het misboek was het sterfjaar van Lucas Clant, 1568, keurig opgenomen. Maar als Lucas Clant nou zou zijn overleden in 1567, in plaats van 1568, dan waren deze schulden geen probleem geweest voor Willem. In 1567 zou Alijt Clant namelijk nog minderjarig zijn geweest, zo gaat de theorie, en dan had zij nooit de schulden van haar vader geërfd. Willem veranderde in het misboek het sterfjaar naar 1567, wat makkelijk kon omdat het jaar in Latijnse nummering was genoteerd. Hij hoefde maar één I weg te krassen3. Willems plan mislukte echter: in 1604 werd hij veroordeeld door de hoofdmannenkamer van Groningen wegens valsheid in geschrifte, waarvoor hij een boete kreeg. Overigens was Willem Ubbena niet zomaar iemand: hij was de zoon van de Groningse burgemeester Joachim Ubbena. Naar hem is het Ubbenagasthuis in Groningen vernoemd. Of Joachim Ubbena nog leefde toen Willem deze streek uithaalde is onzeker. Als dat het geval was, was hij vast niet blij geweest met de fratsen van zijn zoon. Al is het niet zeker of deze theorie klopt en zal de waarheid moeilijk te achterhalen zijn, een goed detectiveverhaal is het wel!
Na deze gebeurtenis is het onduidelijk welke omzwervingen het boek heeft gemaakt. Helaas, we weten nog niet alles over zijn reis. We weten wel dat het misboek niet zo vriendelijk behandeld is: repen perkament zijn weggesneden, net als de gedecoreerde initialen van de tekst. Restjes bladgoud en kleine krulletjes is alles wat we nog kunnen zien van deze letters; ze zullen dus rijkversierd zijn geweest. Wellicht dat deze initialen in een ander boek zijn opgeplakt, iets wat wel vaker gebeurde in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. De boekdrukkunst was geen goedkope onderneming en alles wat hergebruikt kon worden was dus winst. De ontbrekende repen perkament zijn misschien gebruikt in de rug van een ander boek, om extra stevigheid te verlenen. Dit knip-en-plakwerk staat bekend als maculatuur of membra disiecta.
Na deze daad van vandalisme is het boek uiteindelijk terecht gekomen bij de eerder genoemde archivaris, R.K. Driessen. Na zijn dood in 1832 is het boek op een veiling gekocht door de Universiteitsbibliotheek van de RUG, waar het nu veilig in de Bijzondere Collecties ligt. Er zijn nog allerlei vragen onbeantwoord: wie heeft de initialen uitgesneden, en waar zijn die nu? Hoe is het missaal precies vanuit Keulen in Leermens terecht gekomen? Welke handen hebben dit boek allemaal opengeslagen? Wie weet zitten er nog wel veel meer avonturen verborgen achter de perkamenten pagina’s van dit missaal, klaar om uitgeplozen te worden. We weten het niet. Nóg niet.
Noten
- In het missaal wordt ze aangeduid als juffrouw Clant/Ubbena en juffrouw van Bolsiersemaheerd. Waarschijnlijk had ‘juffrouw’ toen nog niet de betekenis van een ongetrouwde vrouw maar van een jonge vrouw van adel.
- Deze theorie komt uit eerder onderzoek en staat vermeld in o.a. de catalogus van de tentoonstelling Hemel en Hel waarvan dit misboek ook onderdeel was.
- Dat is nog te zien in het missaal. Vermoedelijk is Willem Ubbena specifiek veroordeeld voor het vervalsen van het missaal. Aangezien dit document dagelijks gebruikt werd tijdens de mis kan ik me wel voorstellen dat dat van genoeg maatschappelijk belang was om het te vervalsen. Of hij ook andere documenten vervalst heeft is mij onbekend.
Over Kjelda Glimmerveen
Kjelda Glimmerveen is student van de onderzoeksmaster Religiewetenschappen, met een specialisatie in erfgoed, aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek richt zich vooral op religie en erfgoed in literatuur en film, een onderwerp dat haar als gepassioneerd lezer en filmliefhebber erg dierbaar is. Haar passie ligt bij verhalen vertellen en onderzoek voor een breed publiek beschikbaar maken.
Literatuursuggesties:
Paul van Capelleveen, “Gedrukt op perkament: uitgever Stols doet internationaal,” KB nationale bibliotheek, 29-01-2016, https://www.kb.nl/blogs/boekkunst-en-geillustreerde-boeken/gedrukt-op-perkament-uitgever-stols-doet-internationaal
Jos Hermans, Het Middeleeuwse Boek in Groningen: Verkenningen rond Fragmenten van Handschrift en Druk. Groningen: Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Groningen, 1981.
Jos Hermans, Boeken in Groningen voor 1600 (Groningen: Rijksuniversiteit Groningen), 1987.
Kuiken, Kees. “Leermens herdacht: memorie-cultuur in Fivelgo vóór 1594.” Groninger Kerken (april 2014): 33-40.