Tijdens de lintjesregen van dit jaar zijn twee boekwetenschappers benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau: Mw. dr. Marieke van Delft en Prof. dr. Ferenc Postma.
Dr. Marieke van Delft ontving de onderscheiding uit handen van de burgemeester van Den Haag. Hij verklaart dat de grote inzet voor hetbehoud en toegankelijk maken van ons gedrukte erfgoed dit huldeblijk meer dan rechtvaardigen en dat zij zich in haar functie als conservator oude drukken van vóór 1800 bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag heeft ontwikkeld tot een autoriteit in binnen- en buitenland. Zij heeft er alles aan gedaan om het oude boek voor onderzoekers en leken toegankelijk te maken. Twee van haar publicaties worden genoemd: De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten (2019) dat zij schreef samen met haar man Reinder Storm, conservator Cartografie, Geografie en Reizen bij het Allard Pierson, en haar proefschrift Van wiegendruk tot world wide web (2015). Van Delft heeft vanaf het begin geijverd voor het digitaliseren van het gedrukte erfgoed. En met succes. Internationaal is zij een zeer gewaardeerde collega, steeds tot uitwisseling van ervaring en kennis bereid. Men roemt haar generositeit als onderzoeker en kwaliteiten als verbinder. Als lid van Executive Committee van CERL heeft zij zich onder andere ingezet voor Provenance Digital Archive. De uitreiking is terug te zien via deze link (vanaf 2:19:06 tot ca. 2:25).
Vanuit de NBV kunnen we er nog aan toevoegen dat Van Delft zich ook voor de Nederlandse boekwetenschap sterk heeft ingezet als bestuurslid van de NBV en lid van de redactie van het jaarboek. Ook was ze jarenlang voorzitter van de reeks Bijdragen tot de Geschiedenis van de Nederlandse Boekhandel, coördinator van de STCN en begeleidde ze meer dan 50 stagiaires.
Van Delft is sinds haar pensioen in maart 2021 al meerdere malen in de pers geweest: in de NRC, in de DHC en bij Kunststof.
Prof. dr. Ferenc Postma kreeg de onderscheiding vanwege zijn grote verdiensten op boekistorisch, kerkhistorisch en cultureel terrein en op het gebied van de universiteitsgeschiedenis. Hij werkte van 1970 tot 2010 aan de VU als Bijbelwetenschapper, maar zette zich daarnaast veertig jaar lang in eigen tijd en op vrijwillige basis in voor de bevordering van culturele, museale en religieuze betrekkingen met Midden- en Oost Europa in heden en verleden.
Postma heeft vele wetenschappelijke connecties wereldwijd, vooral in Hongarije, Polen, Roemenië, Litouwen en Slowakije. Hij kreeg twee keer een ‘Festschrift’ aangeboden en was sinds 1997 gasthoogleraar aan de Károli Gáspár Universiteit Boedapest. Hij ontving diverse erepenningen en onderscheidingen in Nederland en Hongarije.
In 2012 schonk hij samen met zijn vrouw de ‘Postma-Gosker-Bibliotheek’, een enorme, kostbare collectie oude drukken van vóór 1800, aan de VU. Postma maakte zich ook verdienstelijk voor de Friese cultuur. Hij was 25 jaar redacteur van It Beaken (Fryske Akademy) en publiceerde regelmatig over de vermaarde Academie van Franeker (in 1585 gesticht) en de grote betekenis van deze gereformeerde instelling voor Hongaarse theologiestudenten.
Prof. Wim Janse, die Postma had voorgedragen voor de onderscheiding, typeerde hem als ‘een op en top verbindingsman’, ‘een onvermoeibare bruggenbouwer, die velen in West- en Oost-Europa heeft geïnspireerd.’ Zijn vrouw dr. Margriet Gosker, predikante in de Protestantse Kerk in Nederland en vooral actief als oecumenisch theoloog, kreeg in 2014 de onderscheiding van officier vanwege haar vele internationale oecumenische contacten, diverse redacteurschappen, haar expertise op het gebied van de ambtstheologie en haar bijdrage aan het verenigingsproces dat leidde tot de World Communion of Reformed Churches in 2010.
Over de koninklijke onderscheiding van Prof. Postma verscheen een bijdrage in het Reformatorisch Dagblad.