Mart van Duijn, conservator in Leiden, vertelt waar hij momenteel aan werkt.
Mijn werk als conservator bij de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) is zeer gevarieerd. Het ene moment kan ik bezig zijn met het begeleiden van een digitaliseringsproject en het andere moment beschrijf ik handschriften en archieven. Acquisitie, ontsluiting, informatievoorziening en het breder onder de aandacht brengen van de collecties van de UBL zijn dagelijkse werkzaamheden. Af en toe krijg ik daarbij een handschrift of collectie onder ogen waarin ik me wat dieper kan vastbijten. Zo werd bijvoorbeeld bij het omwerken van de collectie Museum Catsianum in de UB – de verzameling van jonkheer W.C.M. de Jonge van Ellemeet – materiaal gevonden over de totstandkoming van de eerste catalogus van die collectie in 1870. De brieven, kopij en drukproeven daarin laten het beeld zien van een veeleisende en kritische jonkheer die zijn collectie graag zo snel mogelijk beschreven ziet en hoe dat leidt tot overspannenheid bij zijn uitgever. Of een recent verworven handschriftje uit ca. 1787 met daarin de tekst voor een opera over het Oranjeoproer in Leiden in 1784. Die verwerving leidde uiteindelijk tot een serie werkcolleges, een scriptie en de opvoering van delen van de opera door het Leids Studenten Koor en Orkest Collegium Musicum.
Op dit moment ligt er in mijn werkkast een stapel brieven met daarin het verhaal van een jong gezin in Paramaribo rond 1900. Ze horen bij een serie foto’s die vorig jaar is aangekocht op een veiling, onder andere van bekende fotografen als Augusta Curiël (1873-1937) en Eugen Klein (1869-1927). De foto’s zijn beschreven en de brieven worden langzaamaan in de catalogus ingevoerd. Het is echter vooral het verband tussen de foto’s en de brieven dat bijzonder is. De foto’s illustreren de brieven en andersom geven de brieven context aan de foto’s. De brieven zijn gericht aan het jonge echtpaar Pieter Hofstede Crull (1862-1925) en Maria Hendrika Hofstede Crull-Oosting (1866-1955) in Paramaribo. Ze zijn afkomstig van familie in Nederland. De foto’s tonen onder andere het echtpaar in hun tuin in Paramaribo en hun kinderen Roelina Bernardina (1893) en Wolter Hendrik (1905). In de brieven wordt regelmatig aan verzonden en ontvangen foto’s gerefereerd. Een van die foto’s is van Roelina op haar eerste verjaardag op een tafel tussen al haar cadeaus: “Roelientje te midden harer schatten.” De foto’s en brieven samen geven letterlijk en figuurlijk een mooi beeld van het gezinsleven van het jonge echtpaar in Paramaribo rond 1900.
Zo komt er in mijn dagelijkse werkzaamheden van alles op mijn pad, het ene iets meer boekhistorisch dan het andere, maar vrijwel altijd met een bijzonder verhaal erachter. Bij veel daarvan heb ik als conservator een bemiddelende of ondersteunende rol, maar af en toe is er gelegenheid zelf dieper te graven.
Comments (1)
Comments are closed.